Manchetknopen zoals we die nu kennen vinden hun oorsprong rond 1700. Echter heeft men het vermoeden dat er in de graftombe van de Egyptische koning Tut ook accessoires, die op manchetknopen lijken, zijn gevonden.
Niemand weet exact wanneer de huidige manchetknoop zijn intrede heeft gedaan in het modebeeld van de man. Er is over geschreven in 1788, maar in overhemden van voor die tijd heeft men al de split in het uiteinde van de mouw aangetroffen. Manchetknopen werden gedragen door rijke mannen en waren met de hand vervaardigd van goud, zilver, enamel en edelstenen.
Vanaf omstreeks 1850 konden enamel (soort glas) manchetknopen machinaal vervaardigd worden waardoor een groter publiek kennis kon maken met deze luxe accessoire. De middenklasse omarmde de manchetknoop, maar kon zich de dure materialen niet veroorloven. Zij verschaften zichzelf manchetknopen van nepdiamanten en een soort van zilverfolie.
Rond 1880 vond de Amerikaan George Krementz een machine uit waarmee hij op grote schaal metalen manchetknopen kon maken. Plotseling werd de manchetknoop een ware rage in de Verenigde Staten en bedrijven gaven de manchetknopen gul aan hun clientèle.
In de jaren zestig van de 20e eeuw was de populariteit van de manchetknoop op zijn top, waarna de interesse wat verdween. De laatste 10 jaar is de populariteit weer aanzienlijk aan het groeien, mede dankzij de modetrends die worden neergezet door de gerenommeerde modedesigners. Zij hebben het Franse' overhemd met de splits voor manchetknopen weer op de kaart gezet.